Ik had zoveel meer kunnen zeggen.
De anti-cringe. De te-weinig-zeggen actie. Eigenlijk kruip ik daar ook van in elkaar. Ik schaam me dan, ik schaam me dat ik m’n mond dichthoudt en ik voel me dom dat ik niet allemaal slimme opmerkingen hardop heb kunnen zeggen. Het moment is voorbij en ik heb het niet gedaan. Ik heb niet gezegd wat ik achteraf allemaal denk. Ik heb niet kunnen laten merken wat mijn mening hierover is en ik heb niet kunnen laten zien hoe erg dit mij aangaat.
Op dit soort momenten ben ik blij dat ik een blog heb. Niet zozeer omdat ik hier wel kan zeggen wat ik had moeten zeggen, Like I said, the moment has passed, maar dat ik het in ieder geval kwijt kan. Dat ik kwijt kan dat ik een uilskuiken ben. Ik begrijp best dat meer mensen dit hebben. Het is alleen zo verrekte frustrerend wanneer het gebeurt op die hele belangrijke momenten. Je weet wel, van die momenten waar eigenlijk soort van zeg maar de rest van je leven vanaf hangt. Wat je niet meer ongedaan kan maken. De eerste indruk is al gemaakt. Het is nog niet voorbij, maar eigenlijk wel. I fucked up bad door m’n grote bek een keertje dicht te houden. Nouja, een keertje? Ik denk toch dat ik in zakelijke omgeving vaker m’n asociale vertyfde lippen op elkaar hou dan ik zou willen. Of wil ik dat eigenlijk wel? Geen idee. Ik heb sowieso geen idee. Dom he. Niet zo slim om niks te weten. Ik weet dat ik op sommige momenten niks zeg omdat ik de uitkomst van mijn uitspraken niet geloof. Nu niet. Nu weet ik heel goed wat ik had moeten zeggen en wat de uitkomst had kunnen zijn. Maar tja. Het is voorbij. Balen man. Kut zeg. Laat de hele wereld de tering krijgen. Nee, dat meen ik niet. De tering is namelijk niet zo aardig, en ik ben een goed meisje. Ik ben een braaf kind. Ik verdien goeie dingen, ookal wens ik iedereen in m’n hoofd een nare ziekte toe. Ik zeg het toch niet hardop? Maakt dat uit? Blijkbaar wel. Vooral als je dus iets niet zegt.
Kut man.